Regeling modelvliegen
Geldend van 07-11-2019 t/m heden
Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 2 december 2005, nr. HDJZ/LUV/2005-2297, Hoofddirectie Juridische Zaken, houdende nadere regels voor vluchten met een modelvliegtuig (Regeling modelvliegen)
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van defensie;
Gelet op artikel 5.7 van de Wet luchtvaart en artikel 56 van het Luchtverkeersreglement;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
- modelluchtvaartuig: luchtvaartuig, niet in staat een mens te dragen, en uitsluitend gebruikt voor luchtvaartvertoning, recreatie of sport.
Deze regeling berust op artikel 5.7, derde lid, van de Wet luchtvaart en artikel 4a van het Besluit luchtverkeer 2014.
- 1Modelluchtvaartuigen verlenen voorrang aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen, vrije ballonnen en luchtschepen.
- 2In alle overige gevallen dat twee luchtvaartuigen kruisen op of omstreeks hetzelfde niveau, verleent het luchtvaartuig dat het andere aan zijn rechterzijde heeft voorrang.
Onverminderd het Besluit luchtverkeer 2014 gelden voor een vlucht met een modelluchtvaartuig de volgende regels:
- a. de vlucht wordt slechts uitgevoerd onder omstandigheden en op locaties waarbij er vanaf de grond tijdens de gehele vlucht goed zicht is op het modelluchtvaartuig en het luchtruim daaromheen;
- b. de bestuurder houdt tijdens de gehele vlucht goed zicht op het modelluchtvaartuig;
- c. een hoogtemeter hoeft niet te worden gebruikt;